Leer een nieuwe taal met je AI-taalcoach
PLUS: waarom Zuckerberg 100 miljoen dollar biedt per onderzoeker, en Apple flirt met OpenAI en Anthropic
De AI-wereld ontwikkelt zich razendsnel, en AI Report houdt je op de hoogte. Twee keer per week de nieuwste ontwikkelingen, tools en inzichten via onze nieuwsbrief en podcast.
🗞️ Het belangrijkste nieuws
Meta betaalt tot 100 miljoen dollar voor één onderzoeker en richt nieuw superintelligentie-lab op
Mark Zuckerberg heeft een geheime lijst. Daarop staan de namen van enkele tientallen onderzoekers die de toekomst van kunstmatige intelligentie in handen hebben. En hij is bereid diep in de buidel te tasten om ze binnen te halen: tot wel 100 miljoen dollar voor één persoon. Welkom in de nieuwe realiteit van Silicon Valley, waar AI-onderzoekers worden behandeld als voetbalsterren in de transferperiode.
Wat is er aan de hand?
Meta heeft maandag een ingrijpende reorganisatie van zijn AI-divisie aangekondigd. Het bedrijf richt Meta Superintelligence Labs op, een nieuwe groep die zich volledig gaat toeleggen op het ontwikkelen van ‘superintelligentie’ - AI-systemen die taken net zo goed of zelfs beter kunnen uitvoeren dan mensen. Aan het hoofd komt Alexandr Wang te staan, de 28-jarige oprichter van Scale AI, dat door Meta werd overgenomen voor maar liefst 14,3 miljard dollar. Wang krijgt de titel Chief AI Officer en gaat samenwerken met voormalig GitHub-topman Nat Friedman.
De timing is veelzeggend. Afgelopen april lanceerde Meta zijn nieuwste AI-model Llama 4, dat maar weinig indruk wist te maken. Ondertussen lopen concurrenten als OpenAI en Google steeds verder uit. Zuckerberg trekt nu alle registers open om die achterstand in te halen. Het bedrijf is van plan om de komende jaren honderden miljarden te investeren in AI-projecten.
De jacht op toptalent
Maar geld alleen is niet genoeg. Je hebt ook de juiste mensen nodig. En daar wringt de schoen: het aantal onderzoekers dat écht verstand heeft van geavanceerde AI is op één hand te tellen. Zuckerberg heeft maandenlang gewerkt aan wat in Silicon Valley bekend staat als De Lijst - een verzameling van de meest getalenteerde AI-ingenieurs ter wereld.
Deze onderzoekers zijn geen doorsneeprogrammeurs. Ze hebben doorgaans een doctoraat van topuniversiteiten als Berkeley of Carnegie Mellon, werkervaring bij bedrijven als OpenAI of Google DeepMind, en beheersen complexe wiskunde die voor de meeste mensen ondoorgrondelijk blijft. Ze zijn meestal tussen de 20 en 40 jaar oud, kennen elkaar allemaal persoonlijk en brengen hun dagen door met het oplossen van problemen waar supercomputers dagen over doen.
De werving verloopt als een militaire operatie. Zuckerberg nodigt potentiële rekruten uit in zijn huizen in Palo Alto en Lake Tahoe, waar hij ze persoonlijk probeert over te halen. Hij zit in een groepchat genaamd Recruiting Party 🎉 waarin honderden kandidaten worden besproken. Onderzoekers die een aanbod krijgen, vergelijken onderling notities en onderhandelen soms als totaalpakket - ze komen alleen als hun collega’s ook mee mogen.
De prijs van intelligentie
De bedragen die over tafel gaan zijn duizelingwekkend. Hoewel niet iedereen 100 miljoen dollar krijgt, liggen de salarissen ver boven wat in de techwereld gebruikelijk is. Lucas Beyer, een DeepMind-veteraan die onlangs de overstap maakte, voelde zich genoodzaakt op X te melden: “Nee, we krijgen geen 100 miljoen.”
Deze uitgaven vallen echter in het niet bij wat techbedrijven besteden aan infrastructuur. Meta alleen al investeert dit jaar zo’n 70 miljard dollar in AI, voornamelijk in datacenters en chips. Vergeleken daarmee zijn zelfs de meest extravagante salarissen een koopje.
Tegenoffensief van OpenAI
De agressieve wervingscampagne van Meta blijft niet onopgemerkt. Mark Chen, onderzoeksdirecteur bij OpenAI, stuurde afgelopen weekend een emotioneel bericht naar zijn medewerkers. “Dit voelt alsof iemand heeft ingebroken in ons huis en iets heeft gestolen,” schreef hij. OpenAI belooft de salarissen aan te passen en werkt dag en nacht om medewerkers te behouden.
De spanning loopt hoog op. OpenAI-medewerkers maken weken van 80 uur en daarom sluit het bedrijf volgende week om het personeel rust te gunnen. Maar Meta kan daar slim op inspelen. “Meta weet dat we deze week rust nemen en zal dat gebruiken om druk uit te oefenen,” waarschuwde een OpenAI-manager zijn team.
Kanttekeningen bij de goudkoorts
Er kleven ook risico’s aan deze talentenjacht. Meta heeft een weinig indrukwekkende geschiedenis op het gebied van generatieve AI. Toen Llama 4 flopte, haalden onderzoekers het project zelfs van hun LinkedIn-profiel. Veel toptalent twijfelt of Meta wel kan concurreren met gevestigde spelers als OpenAI en Google.
Bovendien zijn deze onderzoekers niet primair gemotiveerd door geld. “Het doel was nooit om rijk te worden,” zegt Alexei Efros, professor aan Berkeley. “Het doel is om coole, belangrijke, onopgeloste problemen op te lossen.” Wat hen wél aantrekt zijn de gigantische hoeveelheden rekenkracht en data die alleen grote techbedrijven kunnen bieden.
Er is ook kritiek op de astronomische bedragen. Terwijl techbedrijven miljarden uitgeven aan een handvol specialisten, kampt de wereld met prangende problemen die ook aandacht verdienen. De vraag is of deze investeringen wel in verhouding staan tot de maatschappelijke waarde die ze opleveren.
Waarom is dit belangrijk?
Deze ontwikkelingen laten zien hoe de strijd om AI-dominantie escaleert. Voor professionals betekent het dat de macht steeds meer geconcentreerd raakt bij een handvol techgiganten die het zich kunnen veroorloven om de beste talenten weg te kopen.
Voor de toekomst van AI heeft dit grote gevolgen. Als bedrijven als Meta erin slagen toptalent weg te kapen, kan dat de machtsverhoudingen in Silicon Valley drastisch verschuiven. Aan de andere kant waarschuwen experts dat veel bedrijven mogelijk te veel investeren. “Er is een reële kans dat veel bedrijven nu overdadig bouwen,” gaf Zuckerberg zelf toe.
Voor gebruikers van AI-tools betekent meer concurrentie waarschijnlijk betere producten. Maar de vraag is tegen welke prijs. Als de ontwikkeling van AI steeds meer een zaak wordt van wie de diepste zakken heeft, wat betekent dat dan voor innovatie en toegankelijkheid?
Eén ding is duidelijk: de jacht op AI-talent is in volle gang. En met bedragen van 100 miljoen dollar per persoon is het de vraag hoe lang deze goudkoorts kan duren. Want zoals een onderzoeker het verwoordde: “We hebben nu collectief een vorm van tribal knowledge opgebouwd die bijna onmogelijk te repliceren is.”
Misschien is dat wel de echte les hier: sommige dingen kun je gewoon niet kopen, hoeveel miljoenen je er ook tegenaan gooit.
Apple slikt trots in en overweegt externe AI voor Siri
Stel je voor dat je jarenlang tegen iedereen roept dat je de beste appeltaart van de buurt bakt, om vervolgens die van de concurrent te serveren. Dat is ongeveer wat Apple nu overweegt met Siri. De techreus uit Cupertino onderzoekt serieus of het zijn beruchte spraakassistent niet beter kan laten draaien op AI-technologie van Anthropic of OpenAI, in plaats van zijn eigen modellen.
Wat is er aan de hand?
Apple voert gesprekken met zowel Anthropic als OpenAI over het gebruik van hun taalmodellen voor een nieuwe versie van Siri. Volgens bronnen heeft Apple beide bedrijven gevraagd speciale versies van hun AI-modellen te trainen die op Apples eigen cloudinfrastructuur kunnen draaien.
Dit is geen klein nieuwtje. Apple heeft altijd gepocht met zijn eigen technologie en privacy first-aanpak. Het bedrijf gebruikt momenteel zijn zelfgemaakte Apple Foundation Models voor AI-functies. Maar kennelijk zijn die modellen niet goed genoeg om Siri eindelijk slim te maken – iets waar gebruikers al dertien jaar op wachten.
De pijnlijke realiteit achter de schermen
Siri-baas Mike Rockwell en softwarehoofd Craig Federighi kregen eerder dit jaar de leiding over het project, nadat AI-chef John Giannandrea buitenspel was gezet. Niet zo gek: Apple Intelligence kreeg een lauwe ontvangst en belangrijke Siri-functies liepen maanden vertraging op.
Na uitgebreide tests kwam Rockwell tot een pijnlijke conclusie: de technologie van Anthropic presteert het beste voor wat Siri nodig heeft. Adrian Perica, Apples dealmaker, is nu in gesprek met Anthropic over het gebruik van Claude. De onderhandelingen lopen echter stroef – Anthropic vraagt miljarden per jaar, met flinke jaarlijkse verhogingen.
Waarom dit een enorme ommezwaai is
Voor een bedrijf dat privacy en controle over zijn technologie als heilige graal beschouwt, is dit een behoorlijke draai. Apple zou het voorbeeld volgen van Samsung, dat zijn Galaxy AI-functies voor een groot deel laat draaien op Googles Gemini-technologie. Ook Amazon gebruikt Anthropics Claude voor zijn nieuwe Alexa+.
De ironie is groot: Apple presenteerde vorig jaar nog vol trots nieuwe Siri-mogelijkheden die persoonlijke data zouden gebruiken en apps nauwkeuriger zouden aansturen. Die functies zijn uitgesteld tot volgend voorjaar, als ze al komen.
De onrust binnen Apple
Het overwegen van externe technologie valt niet goed bij Apples eigen AI-team van ongeveer honderd mensen. Sommige teamleden voelen zich voor het blok gezet en dreigen te vertrekken naar Meta of OpenAI, waar salarissen van 10 tot 40 miljoen dollar per jaar worden geboden. Apple betaalt zijn AI-ingenieurs vaak de helft of minder van wat ze elders kunnen verdienen.
Vorige week vertrok Tom Gunter, een van Apples meest senior taalmodel-onderzoekers na acht jaar dienst. Het team achter MLX, Apples opensourcesysteem voor machinelearning, dreigde ook te vertrekken maar bleef na tegenvoorstellen – voorlopig.
Wat betekent dit voor jou?
Als Apple daadwerkelijk overstapt, krijg je eindelijk een Siri die kan concurreren met de AI-assistenten op Android-telefoons. Geen domme antwoorden meer, geen ‘dat kan ik niet voor je doen’ – maar een assistent die echt begrijpt wat je vraagt en nuttige antwoorden geeft.
Apple benadrukt dat het zijn privacy-aanpak behoudt: de modellen zouden draaien op Apples eigen servers met speciale Mac-chips, niet op de infrastructuur van derden. Maar het feit dat het bedrijf überhaupt externe hulp overweegt, zegt genoeg over hoe ver het achterloopt op AI-gebied. Voor een bedrijf dat ooit de mobiele telefoon radicaal veranderde, is dat een pijnlijke pil om te slikken.
AI kan in potentie voor meer banen zorgen dan het kost
Bijvoorbeeld als organisaties AI inzetten om nieuwe vormen van economische activiteiten te ontwikkelen. AI verandert de arbeidsmarkt, maar nog niet zoals je denkt. Ontdek meer in PwC's nieuwste AI Jobs Barometer.
🛠️ AI Toolkit+
Van stampen naar spreken: AI-taalcoaches die écht werken
“Hola, ¿cómo estás?” klinkt het kristalhelder uit je telefoon. Niet van een saaie taalapp met robotstem, maar van een AI-tutor die aanvoelt als die Spaanse vriend die je altijd al wilde hebben. Eentje met oneindig veel geduld, die 24/7 beschikbaar is en nooit zucht als je voor de tiende keer ‘el’ en ‘la’ door elkaar haalt. Deze week testten we een gloednieuwe taalcoach die de markt op z’n kop zet – en vergelijken we ‘m met een oude bekende die stiekem óók een verrassend goede taaldocent blijkt te zijn.
Wat krijg je vandaag?
een Y Combinator-backed nieuwkomer die taalonderwijs revolutioneert;
onze favoriete AI-multitool in een nieuwe rol als taalcoach;
Xiangs persoonlijke ervaringen met talen leren via AI;
de voor- en nadelen van beide tools eerlijk op een rijtje;
concrete tips om vandaag nog te beginnen met AI-ondersteunde taalles;
een verrassende conclusie over welke tool wanneer het beste werkt.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to AI Report to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.