Verschuiving in ChatGPT-gebruik: vrouwen halen mannen in
PLUS: Googles fruitige overwinning op OpenAI, Microsoft en OpenAI delen buit, en promptengineering voor het nieuwe AI-tijdperk
De AI-wereld ontwikkelt zich razendsnel, en AI Report houdt je op de hoogte. Twee keer per week de nieuwste ontwikkelingen, tools en inzichten via onze nieuwsbrief en podcast.
🗞️ Het belangrijkste nieuws
Vrouwen halen mannen in bij ChatGPT – en andere verrassingen over hoe we AI gebruiken
Je kent het wel: je vraagt ChatGPT om hulp bij die lastige e-mail naar je baas, of je laat Claude even snel je Python-code debuggen. Maar wat doen al die andere honderden miljoenen gebruikers eigenlijk met AI? OpenAI en Anthropic hebben voor het eerst de boeken opengegooid, en de resultaten zijn verrassender dan je denkt.
Wat is er aan de hand?
OpenAI en Anthropic publiceerden deze week grootschalige onderzoeken naar hoe mensen hun AI-assistenten daadwerkelijk gebruiken. Het zijn de eerste studies van deze omvang – OpenAI analyseerde 1,5 miljoen gesprekken van consumenten, terwijl Anthropic zowel een miljoen Claude-gesprekken als een miljoen zakelijke API-interacties onder de loep nam. De bevindingen? ChatGPT wordt vooral gebruikt voor schrijfhulp en advies, terwijl Claude het moet hebben van programmeurs en bedrijven die complete taken willen automatiseren.
De cijfers liegen er niet om: meer dan 700 miljoen mensen gebruiken wekelijks ChatGPT. Dat is ongeveer 10 procent van de volwassen wereldbevolking. Samen sturen ze 18 miljard berichten per week – dat zijn er 29.000 per seconde. En het meest opvallende: waar ChatGPT in het begin vooral door mannen werd gebruikt, is de man-vrouwverhouding nu nagenoeg gelijk. Sterker nog: van de gebruikers met herkenbare namen is nu 52 procent vrouw, tegenover 37 procent begin vorig jaar.
De grote verschuiving: van werkpaard naar levenscoach
Hier wordt het interessant. Waar je misschien verwacht dat AI vooral een productiviteitstool is voor op kantoor, blijkt het tegenovergestelde waar. In juni 2024 ging nog 47 procent van de ChatGPT-gesprekken over werk. Een jaar later? Slechts 27 procent. De rest – een overweldigende 73 procent – gaat over persoonlijke zaken.
“Het systeem wordt steeds minder gebruikt als schrijfmachine en steeds meer als een denkpartner,” concluderen de onderzoekers van OpenAI. Mensen vragen niet meer alleen om een tekstje op te stellen, maar willen advies over levenskeuzes, hulp bij het begrijpen van complexe onderwerpen, of gewoon iemand om mee te sparren.
Die verschuiving zie je ook in de cijfers: de categorie ‘vragen stellen’ groeit het hardst en krijgt de hoogste waarderingen van gebruikers. Schrijftaken nemen juist af. Als mensen wel iets laten schrijven, gaat het meestal om het herschrijven of vertalen van bestaande teksten, niet om nieuwe creaties.
Claude: de stille kracht achter de schermen
Waar ChatGPT de allemansvriend is geworden, profileert Claude zich als de specialist. Anthropics data laat een heel ander gebruikspatroon zien. Programmeren domineert met 36 procent van alle gesprekken, gevolgd door onderwijs (12,4 procent) en wetenschappelijke taken (7,2 procent).
Nog opvallender is hoe mensen Claude gebruiken. Waar ChatGPT-gebruikers vooral in dialoog gaan met de AI, geven Claude-gebruikers steeds vaker complete opdrachten die de AI zelfstandig moet uitvoeren. Deze ‘directieve’ gesprekken stegen van 27 naar 39 procent in acht maanden tijd. Gebruikers vertrouwen Claude schijnbaar steeds meer taken toe zonder constant mee te kijken.
Bij bedrijven die Claude via de API gebruiken, is dit patroon nog extremer: 77 procent van de interacties draait om volledige automatisering. Bedrijven laten Claude bugs opsporen, marketingteksten genereren, sollicitaties beoordelen en complete bedrijfsapplicaties bouwen – vaak zonder menselijke tussenkomst.
De digitale kloof 2.0
Maar er is ook een keerzijde. De geografische data van beide bedrijven laat een verontrustend patroon zien: AI-adoptie volgt de welvaartsverdeling in de wereld. Mensen in Singapore en Canada gebruiken Claude respectievelijk 4,6 en 2,9 keer vaker dan je op basis van de bevolkingsaantallen zou verwachten. Indonesië, India en Nigeria? Die zitten op 0,36, 0,27 en 0,2 keer het verwachte gebruik.
Binnen de Verenigde Staten zie je vergelijkbare patronen. Washington D.C. en Utah spannen de kroon met bijna vier keer zoveel gebruik per inwoner als gemiddeld. Het zijn vooral de hoogopgeleiden en kenniswerkers die AI omarmen – precies de groepen die al een voorsprong hadden.
Nog schrijnender wordt het als je kijkt naar hóé AI wordt gebruikt. In rijke landen gebruiken mensen AI als sparringpartner en leerassistent. In armere landen? Daar draait het vooral om het automatiseren van programmeertaken. “Als de productiviteitswinsten groter zijn voor economieën met hoge adoptie,” waarschuwen de Anthropic-onderzoekers, “kunnen de voordelen van AI zich concentreren in regio’s die al welvarend zijn, wat de mondiale economische ongelijkheid mogelijk vergroot.”
Waarom dit ertoe doet
Deze onderzoeken laten voor het eerst op grote schaal zien hoe AI werkelijk wordt gebruikt – en dat blijkt heel anders dan veel mensen denken. AI is geen nichetool voor technerds meer, maar een technologie die fundamenteel verandert hoe mensen informatie zoeken, beslissingen nemen en problemen oplossen.
Tegelijkertijd waarschuwen de cijfers voor een nieuwe vorm van ongelijkheid. Net als elektriciteit en internet ooit deden, dreigt AI de kloof tussen arm en rijk te vergroten. Het verschil? Deze keer gaat het razendsnel. Waar elektriciteit dertig jaar nodig had om van de stad naar het platteland te komen, heeft AI in twee jaar tijd adoptiecijfers bereikt waar het internet vijf jaar over deed.
Voor Nederlandse professionals betekent dit dat de kans groot is dat je concurrent al AI gebruikt, of dat binnenkort gaat doen. Maar belangrijker nog: AI wordt steeds minder een tool die taken uitvoert en steeds meer een partner die ‘meedenkt’. De vraag is niet meer óf je het gaat gebruiken, maar hoe je AI het beste kunt inzetten – als schrijfhulp, adviseur, of als volwaardige collega die complete taken overneemt.
En voor vrouwen die nog twijfelen: jullie zijn al in de meerderheid hè.
Google Gemini kroont zich tot koning van de App Store
We hadden nooit verwacht dit te zien: ChatGPT is van zijn troon gestoten. Google Gemini staat nu op nummer één in de Amerikaanse App Store, en dat heeft het te danken aan een functie met de opvallende naam Nano Banana.
Wat is er aan de hand?
Voor het eerst sinds de lancering van ChatGPT staat er een andere AI-app bovenaan de ranglijst van meest gedownloade gratis iPhone-apps. Google Gemini heeft de kroon overgenomen, met ChatGPT op een tweede plaats en sociale app Threads op drie. De overwinning is vooral te danken aan Nano Banana, Googles nieuwe beeldbewerkingstool die als een lopend vuurtje het internet heeft veroverd.
De cijfers liegen er niet om: sinds de lancering van Nano Banana op 26 augustus heeft de Gemini-app 23 miljoen nieuwe gebruikers getrokken. In diezelfde periode zijn er meer dan 500 miljoen afbeeldingen mee bewerkt. Gratis gebruikers kunnen dagelijks tot 100 afbeeldingen genereren of bewerken, abonnees zelfs duizend.
Waarom gaat iedereen bananas?
Nano Banana – officieel Gemini 2.5 Flash Image – onderscheidt zich door één cruciale eigenschap: het behoudt de gelijkenis van personen op foto’s, zelfs na wilde bewerkingen. Upload een foto van jezelf en vraag de AI je in een ruimtepak te zetten, als middeleeuwse ridder of surfend op een pizza – je gezicht blijft herkenbaar. Dat klinkt simpel, maar was tot voor kort een onoplosbare uitdaging voor AI-beeldbewerkingstools.
Je kunt meerdere foto’s uploaden om nieuwe te maken, stijlen overbrengen tussen afbeeldingen en zelfs via een gesprek je bewerkingen aansturen. “Maak mijn haar paars” of “zet me op de maan” – Nano Banana snapt het en voert het uit, zonder dat je gezicht verandert in een onherkenbare pixelbrei.
Wil je zelf aan de slag met deze magische bananentool? We schreven eerder een uitgebreide tutorial waarin we je stap voor stap meenemen door alle mogelijkheden. Van je eerste prompt tot geavanceerde trucjes – lees hier hoe je beelden prompt als een pro.



Google slaat terug – en hoe
Het succes van Nano Banana past in een breder patroon dat we al sinds eind vorig jaar signaleren. Waar Google aanvankelijk achter de feiten aanliep in de AI-race, zien we het bedrijf nu met rasse schreden de achterstand inhalen. We schreven er eerder uitgebreid over tijdens Google I/O: de techgigant lanceerde toen zo’n tsunami aan AI-ontwikkelingen dat het een historisch kantelpunt markeerde. Nu bewijst de App Store-overwinning dat Google niet alleen technologisch bijbeent, maar ook weet wat gebruikers willen.
De Chinese tegenaanval
Googles hernieuwde dominantie heeft de concurrentie wakker geschud. ByteDance, het Chinese moederbedrijf van TikTok, kwam deze week met Seedream 4.0 – als antwoord op Nano Banana. Het Chinese model claimt betere prestaties op verschillende punten én is goedkoper: 30 dollar per duizend afbeeldingen tegenover 39 dollar bij Google.
Seedream 4.0 combineert de mogelijkheden van eerdere ByteDance-tools in één pakket en is volgens het bedrijf meer dan tien keer sneller dan zijn voorgangers. Online reacties zijn positief, met gebruikers die vooral de nauwkeurigheid van de bewerkingsfunctie prijzen.
Waarom is dit belangrijk? 
De strijd om de App Store-kroon gaat over meer dan alleen downloadcijfers. Het markeert een verschuiving in hoe mensen AI gebruiken. Waar ChatGPT de wereld veroverde met chats, wint Google terrein met beelden. En dat is logisch: een foto zegt meer dan duizend woorden, en een door AI bewerkte foto blijkbaar meer dan duizend chatberichten.
Voor Nederlandse gebruikers betekent dit meer keuze en betere tools. De concurrentie tussen Amerikaanse en Chinese techgiganten drijft de innovatie vooruit en drukt de prijzen. Bovendien worden de tools steeds toegankelijker – je hoeft geen technische kennis te hebben om indrukwekkende resultaten te boeken.
Het succes van Nano Banana laat ook zien dat de winnaar in de AI-race niet per se degene is met het slimste model, maar degene die de leukste speeltjes maakt. En als die speeltjes toevallig naar fruit vernoemd zijn, des te beter.
OpenAI en Microsoft tekenen vredesverdrag
Het huwelijk tussen OpenAI en Microsoft leek even op de klippen te lopen. Nu hebben ze besloten in relatietherapie te gaan, compleet met een voorlopig akkoord over wie wat krijgt in de boedelscheiding die geen boedelscheiding mag heten. Het resultaat? Een ‘niet-bindend memorandum van overeenstemming’ – oftewel: we zijn het eens dat we het ergens over eens moeten worden.
Wat is er aan de hand?
OpenAI en Microsoft kondigden donderdag aan dat ze voorlopige afspraken hebben gemaakt over een herziening van hun partnerschap. De deal moet de weg vrijmaken voor OpenAI om zichzelf om te toveren van een non-profitorganisatie naar een zogeheten public benefit corporation – een bedrijf dat winst mag maken maar ook maatschappelijke doelen nastreeft.
De timing is pikant. Californische toezichthouders en belangengroepen voeren de druk op om deze transformatie te blokkeren. OpenAI overweegt zelfs om Californië te verlaten als laatste redmiddel. En dat terwijl bijna de helft van de recente financieringsronde – een slordige 19 miljard dollar – afhangt van het slagen van deze herstructurering.
De 13 miljard dollar olifant in de kamer
Het grootste struikelblok? Microsofts investering van meer dan 13 miljard dollar, goed voor 49 procent van OpenAI’s toekomstige winsten. De softwaregigant wilde natuurlijk niet zomaar afstand doen van zo’n lucratieve deal zonder flinke compensatie.
De spanning tussen beide bedrijven was de laatste tijd voelbaar toegenomen. Ze beconcurreren elkaar steeds vaker om dezelfde klanten, en OpenAI heeft meer rekenkracht nodig dan zelfs het machtige Microsoft kan leveren. Daarnaast was er die merkwaardige clausule die Microsofts toegang tot OpenAI’s technologie zou beperken zodra het bedrijf kunstmatige algemene intelligentie (AGI) zou bereiken – een vaag gedefinieerde mijlpaal waarvan niemand precies kan voorspellen wanneer die wordt bereikt.
Wat staat er nu op papier?
Beide bedrijven zijn karig met details, maar volgens ingewijden hebben ze de financiële voorwaarden van hun oorspronkelijke overeenkomst uit 2019 herzien. De beruchte AGI-clausule blijft bestaan maar is aangepast – al weet niemand precies hoe.
Wat we wel weten: het non-profitdeel van OpenAI behoudt de controle over het winstgevende deel én krijgt een belang van meer dan 100 miljard dollar. “Een van de best gefinancierde filantropische organisaties ter wereld,” noemt bestuursvoorzitter Bret Taylor het. Dat klinkt indrukwekkend, al vragen wij ons af of dit niet gewoon windowdressing is om de transformatie naar een winstgedreven bedrijf acceptabeler te maken.
Waarom dit belangrijk is
Deze deal gaat over veel meer dan alleen geld. Het raakt aan de kern van wat OpenAI is – of zou moeten zijn. Het bedrijf werd tien jaar geleden opgericht als non-profit met de nobele missie om AI veilig te ontwikkelen voor de mensheid. Nu staat het op het punt een traditioneel techbedrijf te worden dat uiteindelijk naar de beurs kan.
Voor de techindustrie markeert deze deal een keerpunt. De samenwerking tussen OpenAI en Microsoft is een van de belangrijkste zakelijke partnerschappen ooit. Als zelfs zij moeite hebben hun relatie te managen, wat zegt dat dan over de toekomst van AI-ontwikkeling? Wordt het een race naar de bodem waar winst belangrijker is dan veiligheid, of kunnen bedrijven echt beide doelen nastreven?
De komende maanden worden cruciaal. Toezichthouders moeten de deal nog goedkeuren, tegenstanders mobiliseren zich, en OpenAI moet bewijzen dat het zijn ziel niet verkoopt voor een plekje op Wall Street. Het ‘niet-bindende memorandum’ is slechts het begin van wat een lang, ingewikkeld verzoeningsproces belooft te worden.
AI zorgt voor nieuw hoofdstuk in cybersecurity
In cybersecurity dient zich een nieuw hoofdstuk aan. Een waarin machines wel menselijke opdrachten volgen, maar meer hun eigen koers bepalen. Deze verschuiving wordt aangedreven door agentic AI. Wat betekent dit voor de cybersecurity en het risicomanagement binnen jouw organisatie?
🔮 Prompt whisperer
De vijf tijdloze pijlers van promptengineering: wat werkt in het AI-tijdperk van 2025 (deel 1)
Een jaar geleden deelden we de fundamenten van promptengineering. Sindsdien? Een complete aardverschuiving. GPT-5, Claude Opus 4, Gemini 2.5 – de nieuwe generatie AI-modellen denkt niet alleen sneller, maar ook fundamenteel anders. Modellen die écht kunnen redeneren, die tijd nemen om na te denken, die briefings prefereren boven prompts.
Tijd voor een grondige update. Want hoewel de technologie razendsnel evolueert, blijven sommige principes verrassend tijdloos. In deze tweedelige special ontdek je welke klassieke technieken nog steeds goud waard zijn (deel 1) en welke revolutionaire nieuwe methoden je moet kennen (deel 2).
Of je nu net begint met AI of al maanden aan het experimenteren bent: deze opgefriste gids geeft je de tools om het maximale uit de slimste AI-modellen van dit moment te halen.
De evolutie van promptengineering “Ik denk niet dat we over vijf jaar nog aan promptengineering zullen doen,” voorspelde Sam Altman in 2022. Drie jaar later? We doen meer aan promptengineering dan ooit. Alleen is de kunst geëvolueerd van simpele instructies naar strategische communicatie.
De nieuwe generatie modellen – van GPT-5 tot Claude Opus 4 – begrijpt niet alleen beter wat je vraagt, maar denkt ook dieper na over het waarom. Dit maakt sommige oude technieken overbodig (few-shot-prompting werkt zelfs contraproductief bij redeneermodellen), maar versterkt juist het belang van andere fundamenten.
Hier zijn de vijf klassieke pijlers die in 2025 relevanter zijn dan ooit:
Pijler 1: geef kristalheldere richting (nu met intelligente nuance)
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to AI Report to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.








